Hoe kwam je 25 jaar geleden bij Staedion?

“Ik had 3,5 jaar bij een makelaarskantoor gewerkt. In 2000 was Staedion net ontstaan en waren er veel vacatures. Ook bij Verhuur. Ik dacht: dat ga ik proberen en ik kon meteen aan de slag. De kennis uit de makelaardij kon ik goed toepassen. Ik kwam in een kantoorpand dat later is omgebouwd tot appartementen voor statushouders. Staedion heeft daarmee een mooie maatschappelijke bijdrage geleverd. Dat vind ik heel belangrijk.”

Zit die maatschappelijke kant ook in jouw werk?

“Jazeker. De laatste jaren doe ik de verhuur van studentenwoningen. Dat is een leuke en bijzondere doelgroep. Het is mooi als ik ze aan een passende woning kan helpen. Het zijn erg jonge mensen die voor het eerst op zichzelf gaan wonen. Die kun je helpen in het vinden van hun zelfstandigheid. Ik vind het fijn om dat te kunnen doen.”

Heb je je in die jaren verder ontwikkeld?

“Ja, het mooie van Staedion vind ik de mogelijkheid om opleidingen te volgen. Toen ik met de studentenwoningen startte, heb ik vanuit het loopbaanbudget een studie Social Work gedaan. Ik heb geleerd om een vertrouwde en veilige omgeving te creëren en dat kan ik toepassen bij de studenten. Later heb ik ook een opleiding tot jongerencoach gevolgd.”

Wat vind je fijn aan je werk?

“Ik haal er veel voldoening uit. Elke dag is anders. Ik heb de vrijheid om initiatieven te nemen, zelf keuzes te maken en creatief te zijn. Staedion stimuleert dat. Daarom werk ik hier nog steeds, na 25 jaar. Als ik beperkt zou worden, zou ik dat heel lastig vinden.”

Waar ben je nu mee bezig?

“Ik zit in de werkgroep van de Friends-woningen. Dat zijn huizen voor woningdelers. Samen met de projectmanager probeer ik afstuderende studenten daarheen te laten doorstromen. Dat geeft veel voldoening, want het stopt voor hen dan niet na de studentenwoning. We kunnen ze ook na hun studie huisvesten.”

Hoe zie je de toekomst van je werk?

“Ik doe mijn werk met veel enthousiasme, ik haal er veel plezier uit. Voorlopig zit ik hier op mijn plek, zeker met de studenten. Ik heb niet de ambitie om door te groeien. Want dat ik het maatschappelijke kan toepassen in mijn huidige baan en dat ik vertrouwen krijg, vind ik het belangrijkste.”